Verzameling foto's   op nieuw scherm

fynwerk template
HOSTA sporten in de tuin tot ze bont zien   
 1/9
herwerkt 1/16 en 6/16 met foto's voor publikatie

inleiding

H. Undulata

    Van bonte Hosta's bestaan heel wat vormen ; bleke rand , bleke middenrib en soms nog ingewikkelder. Dit zijn chimaera en als de vorm stabiel is kan men er een commerciële naam aan geven.
     Nochtans Hosta's zijn niet zo stabiel, ze durven sporten, Engels woord waarmee we afwijken   bedoelen.
     Een zeer klein percentage planten zal vanuit een groeipunt ( neus ) bladeren voortbrengen die duidelijk van vorm en vooral van kleur afwijken van de oorspronkelijke plant. Het volstaat dat we Hostaplanten in de tuin regelmatig onderwerpen aan een inspectie om vast te stellen dat er hier en daar wel een blad voorkomt dat een anderskleurige streep vertoont.
De bedoeling van deze tekst is het beschrijven van deze observaties in de tuin en van de ingrepen die werden uitgevoerd.
Een aanzet tot verklaring van het fenomeen en wat bijbeschouwingen worden gegeven alsook iets over bonte zaailingen.

    Meestal gaat men ervan uit dat er al bonte Hosta's meekwamen met de allereerste aanvoer naar Europa. Deze werden in het verre oosten (Japan, Korea ) al in tuinen aangeplant.
    Tuinplanten zijn van oorsprong geselecteerde wilde planten ; met selecteren wordt bedoeld dat men uit een wilde populatie exemplaren heeft gekozen die er een beetje speciaal uitzien. Sommige mensen redeneren dan even door en beweren dat tuinplanten meer sporten dan wilde planten.
Dit is omwille van de uitzonderlijke selectie niet uit te sluiten maar in het geval van Hosta zal de zorg en observatie van de tuinier er meer mee te maken hebben zoals dat uit het vervolg van de tekst moge blijken.

Over welke sporten gaat het ?

Undulata

    Voor alle duidelijkheid : er wordt hier niet gesproken over zaailingen maar over volwassen planten die plotseling een afwijking vertonen .
Van rozen is bekend dat ze al eens een tak aanmaken met bloemen van een andere kleur of vorm of zelfs op een eenmaal bloeiende klimmer een doorbloeiende vorm geven ( dr. Van Fleet naar New Dawn ) .
Soms is de sport beroemder dan de oorspronkelijke roos . Men neemt aan dat er met de chromosomen iets aan de hand is ( genetica ).
Met Hosta zal dat niet anders zijn en er bestaat zoals voor rozen wel wat literatuur over .

    Om de aanwezigheid van kleuren te verklaren bij planten is er een "lagen-theorie" waarbij men aanneemt dat de plant drie lagen heeft : de wortel, de bladrand met het bladoppervlak ( de zgn. buitenste laag ) en het materiaal tussen het bovenste en het onderste bladoppervlak ( de zgn. middelste laag ). Het genetisch materiaal van deze lagen is niet altijd identiek.
In het groeipunt kunnen dan de 'ongelukken' gebeuren als er genetisch materiaal in een van de lagen wijzigt.

Met deze theorie vallen vorige foto's moeilijk te verklaren : Hoe kan men van een onvruchtbare H. Undulata Mediovariegata een tamelijk vruchtbare H. U. Albomarginata bekomen.
Wie op het internet zoekt zal zien dat deze sport geen uitzondering is . 

Om er de spanning in te houden geef ik nog een derde foto van deze proefopstelling.

  De tweede foto toont links de H. Undulata Mediovariegata met de sport H. Undulata Albomarginata en rechts zaailingen van deze sport die maar niet kunnen stoppen . De groene pot bevat een sport die op H.U.M. gelijkt.
In het midden is H. Crispula gezet , rode pot rechts op naam en links gekregen als H. Albomarginata . Een kenmerk van H. Crispila is dat de top van het blad gebogen is en dat heeft H. U. Albomarginata ook , bovendien lopen ze in de lente gelijk uit . De H. Crispula is van onbekende oorsprong !

Een practische theorie

H. Gold Standard

   Een rozenkweker die een sportende tak vaststelt zal er alles aan doen om deze tak los van de moederplant aan de groei te krijgen .
Voor Hosta is dit niet anders maar hier moet men een klein stukje van de verdikte wortel (rhizoom) meenemen met het gesporte blad. Er is dan veel kans dat het sporten doorgaat , dat er nog meer verkleuring optreedt.
Indien men teveel wortel neemt dan riskeert men dat dit fenomeen zich volgend jaar niet meer voordoet .
  De lagentheorie hoeven we er niet voor af te schrijven: de genetische oorzaak voor elke anders gekleurde streep zit wel in een van de lagen, maar belangrijker is het hier aan te nemen dat het volledige rhizoom die strepen onderdrukt . Door nu het deel van het rhizoom met het groeipunt dat het gekleurde blad bevat af te nemen is de onderdrukkende kracht van dit stukje rhizoom duidelijk verminderd.
    De foto van een opstelling met H. Gold Standard illustreert de tekst ,
* de eerste streep ,
* het oppotten van de gesplitste rhizomen en
* het stabiliseren ( na verder splitsen ) tot een H. Gold Standard Albomarginata. Ook hier kan men op het internet vinden dat deze sport niet uitzonderlijk is , en deed zich al 3 keer in onze tuin voor.

Zaailingen ?

   Toen we hier pas woonden - zo'n 20 jaar geleden - hebben we een aantal Hosta's gezaaid. Zo konden we vaststellen dat H. f. Elegans en H. lancifolia zaadecht zijn. Vermits de weinige hosta's in onze grote tuin  ver uit mekaar waren geplant nemen we aan dat het zaad er kwam door zelfbestuiving ( door insecten ).
    Om gestreepte of bonte zaailingen te bekomen neemt men algemeen aan dat de inbreng van de moederplant het grootst is . Een moederplant zonder verkleuringen zal meestal geen gestreepte zaailingen voortbrengen .
    Dit testte ik uit met Francee ( Fortunei Albomarginata groep ) en H. Crispula maar zonder enig succes : bijna alle zaailingen waren groen zonder tekening; de uitzonderingen met een afwijkende bladkleur overleefden niet.

Een ander experiment : het zaaien van H. Albopicta en H. Aurea leverde diverse bladvormen. Bij de meeste zaailingen was het jonge blad opvallend lichtgroen zoals bij de moederplant.

    Wie hogervermelde lagentheorie nader bekijkt zal vaststellen dat men met meer succes bonte zaailingen kan bekomen indien de middelste laag verkleuring heeft en dit omdat deze laag betrokken is bij de vorming van de stamper en pollen.

Speciale gevallen


H.Francee zlng   De linkse foto een zaailing van het jaar 2000 van H.Francee, is beginnen sporten in 2003 en ondertussen Het is allemaal dezelfde plant maar reeds vele malen opgesplitst. Zo te zien is het sporten nog niet gestabiliseerd en in 2015 ging dat nog door. Tiger is de voorlopige werknaam voor deze onstabiele Hosta .

    Er wordt al eens beweerd dat men om nieuwe patronen te bekomen ouderplanten moet nemen waarvan de strepen willekeurig zijn , meestal worden dan niet gestabiliseerde vormen bedoeld zoals vb op de vorige foto (Tiger). Veel zal afhangen of de verkleuring zich oppervlakkig dan wel inwendig voordoet (cfr. lagentheorie) en dat is voor onze gewone ogen niet altijd duidelijk .

De vruchtbaarheid van de Bonte

H. Frances Williams

  Vele jaren terug ontstond in onze tuin een opmerkelijke Elegans zaailing . Elk jaar geeft die plant in de lente bladeren die bijzonder afwijken en er nogal ziekjes uitzien , later in het jaar verschillen ze niet zo veel van het normale Elegans blad. Sommigen wijzen er op dat deze plant een virus heeft alhoewel geen enkele buurplant daar ooit last van gekregen heeft . Heel wat zaailingen van deze plant vertonen al eens een streep maar tot nu toe bleven vooral meerdere (5x) "Frances Williams"-vormen over.
  Op de foto ziet men bovenaan de planten die de H. Fr. W. benaderen die links in de rode pot te zien is. Op de voorgrond ( o.a. blauwe potten ) is een Elegans-sport met meer gele rand en uiterst rechts zijn er zaailingen van H. Fr. W. . Elegans is over het algemeen zeer zaadecht en dat is voor deze plant ook zo .
    Wat voorafgaande te maken heeft met vruchtbaarheid ? Wel een aantal jaar terug kreeg ik van dhr. Ben Zonneveld ( toen onderzoeker Leiden ) een paper waarin stond dat H. Frances Williams minder vruchtbaar is dan bv. H. Elegans omdat het een zaailing is. ( Dit is mijn ingekorte versie , deze paper is zeer goed ) .
   De kweker-ontdekker vond de plant tussen zijn Elegans zaailingen en houdt het bij een sport. Mijn ervaring is dat zaailingen van H. Frances Williams allemaal , op zicht althans , H. Elegans zijn en dat ik met mijn keuken- en tuinmiddelen geen vruchtbaarheidsprobleem ondervind.
    De vruchtbaarheid in geval van bonte Hosta kan volgens mij afhangen van de hoeveelheid bont dat er in de repectievelijke lagen aanwezig is : hoe bonter de middelste laag, hoe minder zaadvorming. Het sporten van een onvruchtbare H. Undulata naar een vruchtbaarder H. Undulata Albomarginata illustreert dat.

Tot slot

   Uit wat voorafgaat kan men begrijpen dat er geen bonte vormen in de natuur voorkomen, maar dat de tuinvormen het toch heel bont kunnen maken dankzij de opmerkzaamheid en de inbreng van de tuinier.
    Wie zonder zaaien toch enkele bonte vormen wil oogsten moet er wel een groot aantal planten op nahouden of lang leven want ik schat dat het fenomeen zich " één duizendste keer per plant per jaar " voordoet.
De ( tijdelijke ) aanwezigheid van een virus kan het sporten doen ontstaan ( cfr Rembrandt tulpen ).
H. Francee De veelheid aan benoemde nieuwe Hostaplanten doet soms vragen reizen , hoe stabiel zijn die nieuwe aanwinsten en hoe zijn die ontstaan ? De foto toont een H. Francee die sport naar een Gold Standard Albomarginata (rechts) en een die terugsport naar de originele groene vorm H. Hyacinthina ? (links ) .

En moeten al de Fortunei Aurea zaailingen nu allemaal een nieuwe naam krijgen ?



  Verzameling foto's   op nieuw scherm


HOME

HOME-sneuvelteksten