inleiding
Van bonte Hosta's bestaan heel wat vormen ;
bleke rand , bleke middenrib en soms nog ingewikkelder. Dit zijn
chimaera en als de vorm stabiel is kan men er een commerciële naam aan
geven.
Nochtans Hosta's zijn niet zo stabiel, ze
durven sporten, Engels woord waarmee we afwijken bedoelen.
Een zeer klein percentage planten zal vanuit
een groeipunt ( neus ) bladeren voortbrengen die duidelijk van vorm en
vooral van kleur afwijken van de oorspronkelijke plant.
Het volstaat dat we Hostaplanten in de tuin regelmatig onderwerpen aan
een inspectie om vast te stellen dat er hier en daar wel een blad
voorkomt dat een anderskleurige streep vertoont.
De bedoeling van deze tekst is het beschrijven van deze observaties in
de tuin en van de ingrepen die werden uitgevoerd.
Een aanzet tot verklaring van het fenomeen en wat bijbeschouwingen
worden gegeven alsook iets over bonte zaailingen.
Meestal gaat men ervan uit dat er al bonte Hosta's meekwamen met
de allereerste aanvoer naar Europa. Deze werden in het verre oosten
(Japan, Korea ) al in tuinen aangeplant.
Tuinplanten zijn van oorsprong geselecteerde wilde
planten ; met selecteren wordt bedoeld dat men uit een wilde populatie
exemplaren
heeft gekozen die er een beetje speciaal uitzien. Sommige mensen
redeneren dan even door en beweren dat tuinplanten meer
sporten dan wilde planten.
Dit is omwille van de uitzonderlijke selectie niet uit te sluiten maar
in het geval van Hosta zal de zorg en observatie van de tuinier er meer
mee te maken hebben zoals dat uit het vervolg van de tekst moge blijken.
Over welke sporten gaat het ?
Voor alle duidelijkheid : er wordt hier
niet
gesproken over zaailingen maar over volwassen planten die plotseling
een afwijking vertonen .
Van rozen is bekend dat ze al eens een
tak aanmaken met bloemen van een andere kleur of vorm of zelfs op een
eenmaal bloeiende klimmer een doorbloeiende vorm geven ( dr. Van Fleet
naar New Dawn ) .
Soms is de sport beroemder dan de oorspronkelijke roos .
Men neemt aan dat er met de chromosomen iets aan de hand is ( genetica
).
Met Hosta zal dat niet anders zijn en er bestaat zoals voor rozen wel
wat literatuur over .
Om de aanwezigheid van kleuren te verklaren bij planten is er een
"lagen-theorie" waarbij men aanneemt dat de
plant drie lagen heeft : de wortel, de bladrand met het
bladoppervlak ( de zgn. buitenste laag ) en het materiaal tussen het
bovenste en het onderste
bladoppervlak ( de zgn. middelste laag ). Het genetisch materiaal van
deze lagen is niet altijd identiek.
In het groeipunt kunnen dan de 'ongelukken' gebeuren als er genetisch
materiaal in een van de lagen wijzigt.
Met deze theorie vallen vorige foto's
moeilijk te
verklaren : Hoe kan men van een onvruchtbare H. Undulata Mediovariegata
een tamelijk vruchtbare H. U. Albomarginata bekomen. De vorige twee
foto's zijn in onze tuin genomen.
Wie op het internet zoekt zal zien dat deze sport geen uitzondering is
.
Een practische theorie
Een rozenkweker die een sportende tak
vaststelt
zal er alles aan doen om deze tak los van de moederplant aan de groei
te krijgen .
Voor Hosta is dit niet anders maar hier moet men een klein stukje van
de verdikte wortel (rhizoom) meenemen met het gesporte blad. Er is dan
veel kans dat het sporten doorgaat , dat er nog meer
verkleuring optreedt.
Indien men teveel wortel neemt dan riskeert men dat dit fenomeen zich
volgend jaar niet meer voordoet .
De lagentheorie hoeven we er niet voor af te schrijven: de genetische
oorzaak voor elke anders
gekleurde streep zit wel in een van de lagen, maar
belangrijker is het hier aan te nemen dat het volledige rhizoom die
strepen
onderdrukt . Door nu het deel van het rhizoom met het groeipunt dat het
gekleurde blad bevat af te nemen is de onderdrukkende kracht van dit
stukje rhizoom duidelijk verminderd.
De drie foto's met H.
Gold Standard
illustreren de tekst ,
* de eerste streep ,
* het oppotten van de gesplitste rhizomen en
* het stabiliseren ( na verder splitsen ) tot een H. Gold Standard
Albomarginata. Ook hier kan men op het internet vinden
dat deze sport niet uitzonderlijk is , en deed zich al 3 keer in onze
tuin voor.
De planten op volgende foto
zijn klaar om te worden opgesplitst.
Zaailingen ?
Toen we hier pas woonden - zo'n 20 jaar geleden - hebben we een aantal
Hosta's gezaaid. Zo konden we vaststellen dat H. f. Elegans en H.
lancifolia zaadecht zijn. Vermits de weinige hosta's in onze grote
tuin ver uit mekaar waren geplant nemen we aan dat het zaad er
kwam door zelfbestuiving ( door insecten ).
Om gestreepte of bonte zaailingen te bekomen neemt men
algemeen
aan dat de inbreng van de moederplant het grootst is . Een
moederplant zonder verkleuringen zal meestal geen gestreepte zaailingen
voortbrengen .
Dit testte ik uit met de Fortunei
Albomarginata groep ( Francee , Carol en Moerheim ) en H. Crispula maar
zonder
enig
succes : bijna alle zaailingen waren groen zonder tekening; de
uitzonderingen met een afwijkende bladkleur overleefden niet.
Een ander experiment : het zaaien van H. Albopicta en H. Aurea
leverde diverse bladvormen. Bij de meeste zaailingen was het
jonge blad opvallend lichtgroen zoals bij de moederplant.
Wie hogervermelde lagentheorie nader
bekijkt zal
vaststellen dat men met meer succes bonte zaailingen kan bekomen indien
de middelste laag verkleuring heeft en dit omdat deze laag betrokken is
bij de vorming
van de stamper en pollen.
Speciale gevallen
De linkse foto , zaailing (2000) van H.Francee
,is
een
jaar ouder dan de volgende (grote) foto . Het is dezelfde plant maar
reeds voor een tweede maal gesplitst. Zo te zien is het sporten nog
niet gestabiliseerd en in 2015 ging dat nog door. Tiger is de
voorlopige werknaam voor deze
onstabiele Hosta .
Er wordt al eens beweerd dat men om nieuwe
patronen te bekomen ouderplanten moet nemen waarvan de strepen
willekeurig zijn , meestal worden dan niet gestabiliseerde vormen
bedoeld zoals vb op de vorige foto (Tiger). Veel zal afhangen of de
verkleuring zich oppervlakkig dan wel inwendig
voordoet (cfr. lagentheorie) en dat is voor onze gewone ogen niet
altijd duidelijk .
De vruchtbaarheid van de Bonte
Vele jaren terug ontstond in onze tuin een opmerkelijke
Elegans
zaailing ( foto onder , werknaam Marching Mathilde ) . Elk jaar geeft
die plant in de lente bladeren die bijzonder afwijken en er nogal
ziekjes uitzien , later in het jaar verschillen ze niet zo veel van het
normale Elegans blad. Sommigen wijzen er op dat deze plant een
virus heeft alhoewel geen enkele buurplant daar ooit last van gekregen
heeft . Heel wat zaailingen van deze plant vertonen al eens een streep
maar tot nu toe bleven vooral meerdere (5x) "Frances Williams"-vormen
over (foto links). Elegans is over het algemeen zeer zaadecht en dat is
voor deze
plant ook zo .
Wat voorafgaande te maken heeft met vruchtbaarheid ?
Wel een aantal jaar terug kreeg ik van dhr. Ben Zonneveld ( toen
onderzoeker Leiden ) een paper waarin stond dat H. Frances Williams
minder vruchtbaar is dan bv. H. Elegans omdat het een zaailing is. (
Dit is mijn ingekorte versie , deze paper is zeer goed ) .
De kweker-ontdekker vond de plant tussen zijn Elegans zaailingen en
houdt het bij een sport. Mijn ervaring is dat zaailingen van H. Frances
Williams allemaal , op zicht althans , H. Elegans zijn en dat ik met
mijn keuken- en tuinmiddelen geen vruchtbaarheidsprobleem ondervind.
De vruchtbaarheid in geval van bonte Hosta kan
volgens mij afhangen van de hoeveelheid bont dat er in de
repectievelijke lagen
aanwezig is : hoe bonter de middelste laag, hoe minder zaadvorming. Het
sporten van
een onvruchtbare H. Undulata naar een vruchtbaarder H. Undulata
Albomarginata illustreert dat.
Tot slot
Uit wat voorafgaat kan men begrijpen dat er
geen bonte vormen in de natuur voorkomen, maar dat de tuinvormen het
toch heel bont kunnen maken dankzij de opmerkzaamheid en de inbreng van
de tuinier.
Wie zonder zaaien toch enkele bonte vormen wil oogsten moet er wel een
groot aantal planten op nahouden of lang leven want ik schat dat het
fenomeen zich " één duizendste keer per plant per jaar " voordoet.
De ( tijdelijke ) aanwezigheid van een virus kan het sporten doen
ontstaan ( cfr Rembrandt tulpen )
De
veelheid aan benoemde nieuwe Hostaplanten doet soms vragen reizen , hoe
stabiel zijn die nieuwe aanwinsten en hoe zijn die ontstaan ? De linkse
foto toont een Fortunei Albomarginata die sport naar een Gold Standard
Albomarginata .
En moeten al de Fortunei Aurea zaailingen ( zie foto hoger ) nu
allemaal een
nieuwe naam krijgen ?
|